Wie aan de Eerste Wereldoorlog denkt, denkt spontaan aan de gevechten aan de IJzer. Maar ook in Vlaams-Brabant is er stevig gestreden. In de regionale herinnering leven vooral de veldslagen aan de Gete en de Dijle, alsook de Duitse represailles in Leuven, Aarschot en Zemst. 

Deze oorlog had bovendien een zware impact op nagenoeg elk aspect van het dagelijkse leven.Verscheurde families, vluchtelingenstromen, voedselschaarste, torenhoge werkloosheid en stelselmatig groeiende Duitse repressie, sociale controle en opeisingen kleuren het leven grauw.

Geschiedenis

Op 4 augustus 1914 valt het Duitse leger ons land binnen. Het is het begin van meer dan vier jaar oorlogsellende. Ook bij ons, toen nog Brabant, wordt er hevig gevochten.

Al op 10 augustus, zes dagen nadat ze de grens hebben overgestoken, staan de Duitsers in het Hageland. Het Belgische leger is zich dan nog volop aan het groeperen in de fortengordel rond Antwerpen en er moet dus tijd gewonnen worden. De Gete vormt een natuurlijke verdedigingslinie om de opmars van de Duitsers te hinderen. Op 10, 12 en 18 augustus wordt er hevig gevochten in de buurt van Orsmaal-Gussenhoven, Halen en Tienen. Er vallen honderden doden, vooral onder de Belgen. 

Maar het opzet lukt: de Duitsers lopen een week vertraging op en het Belgische leger kan zich helemaal terugtrekken tot in Antwerpen

Leuven brandt

Het Belgische leger is teruggedrongen naar Antwerpen en doet van daaruit een Eerste Uitval. In Leuven is er een schietincident aan het Stationsplein, vandaag Martelarenplein. Hierdoor raken de Duitse soldaten gefrustreerd en ze zinnen op wraak op de stad Leuven. 

Op 25 augustus vermoorden ze meer dan 200 burgers. Ze slaan aan het plunderen en zetten de stad in lichterlaaie. Het stadhuis komt ongeschonden uit de brand omdat de Duitsers er hun hoofdkwartier hadden ondergebracht. 

Andere historische gebouwen blijven niet gespaard: de universiteitsbibliotheek aan de Naamsestraat wordt vernield, samen met 300.000 boeken en manuscripten. De brandstichting van de universiteitsbibliotheek en de terechtstelling van burgers zouden het voorbeeld worden van de Duitse gruweldaden in België.

Martelaarsteden

Op 4 augustus 1914 steken Duitse troepen de Belgische grens over. Na de inval volgt er een gruweltocht vol plunderingen, burgerslachtoffers en vernietiging van erfgoed.

Vooral Aarschot en Leuven, maar ook Herent en Zemst moeten het ontgelden. Aarschot, Leuven en Dendermonde worden de ‘Martelaarsteden’ genoemd. Voor de herdenking van de 100ste verjaardag van ‘de Groote Oorlog’ werkten ze nauw samen voor de realisatie van een humanitair, educatief en cultureel project met een internationale uitstraling.

Naast dit gezamenlijke programma organiseerden de verschillende steden eigen activiteiten en arrangementen, die de gebeurtenissen in hun stad op een passende wijze herdachten.

Erfgoed

In het kader van de herdenking van 100 jaar 'Groote Oorlog' wil de provincie Vlaams-Brabant haar steentje bijdragen om het oorlogsverleden en het bijbehorende erfgoed (onroerend, roerend en immaterieel) voor een breed publiek toegankelijk te maken. Om dit te realiseren ontwikkelt, begeleidt en ondersteunt de provincie regionale initiatieven die een bijdrage leveren tot het onderzoek, het behoud en de ontsluiting van dit erfgoed.

Waarom nu net in Tildonk?

Het Belevingscentrum is ondergebracht in het imposante ursulinenklooster van Tildonk, een historische en symbolische plek. Het was de uitvalsbasis van waaruit de Duitse generaal von Beseler de belegering van Antwerpen coördineerde. Na de Val van Antwerpen werd hier bovendien de overgave bezegeld. Het gedetailleerde oorlogsdagboek van de zusters ursulinen geeft een goed beeld van hoe het leven in het klooster er aan toe ging.

Lees meer over WOI in Tildonk

Groote Oorlog in Vlaams-Brabant

Groote Oorlog in Vlaams-Brabant

Duik in het Vlaams-Brabantse WOI-verleden

Prijs publicatie: 2,0 euro (Verzendkosten publicatie: niet inbegrepen)